Wat zijn de ervaringen tot nu toe?

In grote lijnen kunnen we een onderscheid maken tussen experimenten in rijke landen en experimenten in ontwikkelingslanden. De eerste groep wordt gebruikelijk betaald door overheden (rijk of gemeente), de tweede groep wordt vooral betaald door NGO’s (ontwikkelingshulp). Voor beide groepen geldt, dat er vele pilots zijn gedaan, in vele verschillende varianten. Ze zijn niet altijd voldoende geëvalueerd, maar uit de optelsom van experimenten komt wel een trend naar voren: het werkt! Een studie uit 2010 laat zien, dat er op dat moment rond de 110 miljoen families in 45 landen een tijd lang een vorm van basisinkomen hebben gehad. In 2014 ging het om 720 miljoen mensen in 130 ontwikkelingslanden. Evaluatiestudies laten overtuigend zien, dat er goede resultaten mee behaald worden: minder armoede, meer scholing, betere voeding, betere gezondheid en meer activiteiten die inkomen genereren.

In deel 2 heb ik al laten zien dat zeer kleine experimenten in Engeland en Nederland tot onverwacht grote positieve resultaten leidden. Maar dat zijn natuurlijk niet de enige ervaringen.

Er bestaat al jaren een internationale vereniging voor basisinkomen (BIEN: Basis Income Earth Network, met een website, periodieke congressen, etc.). Het doel is het verspreiden van informatie over het basisinkomen. Er is ook een Nederlndse vereniging (https://basisinkomen.nl)

Daarnaast zijn er twee (overigens niet onafhankelijke) bronnen die veel gegevens bieden over experimenten: Gratis geld voor iedereen van Rutger Bregman en Basic Income van Guy Standing. Ik geef een lijstje en behandel enkele meer interessante experimenten wat uitgebreider.

Ik heb al eerder een onderscheid gemaakt tussen ontwikkelingslanden en ontwikkelde landen. In ontwikkelingslanden zijn o.a. pilots gedaan in Oeganda (op meerdere plaatsen), Namibië, Malawi, Oeganda, Brazilië, Liberia, India, Mexico en Liberia.

In Kenia kreeg een groep mensen $ 500 per persoon. Wij hebben meestal geen idee wat de armen nodig hebben, vertelt Michael Faye van de organisatie Give Directly. Hij geeft geen hengels en ook geen vissen. Hij geeft geld, in de overtuiging dat armen zelf de grootste experts zijn bij het bepalen wat ze nodig hebben.

Het dorp werd overspoeld met dollars, maar niemand heeft zijn geld opgezopen. Er werden huizen gerepareerd en bedrijfjes gestart. Uit onderzoek blijkt, dat de giften het inkomen duurzaam hebben doen stijgen en dat het bezit van huis en veel is toenomen. De kinderen hebben meer te eten. 93% van de donatie komt terecht bij de ontvangers. Zo zijn er veel verhalen.

In Zuid-Afrika heeft de regering wordt heftig gedebatteerd over invoeirng van een Basisinkomen. De regering schat de kosten op 12 miljard dollar en vindt dat onbetaalbaar.  De South African BIG[1] Coalition berekent de kosten op 7,3 miljard dollar en denkt dat dat beste betaalbaar is, mede als de belastingen voor topinkomens verhoofd worden. Het debat is voorlopig nog niet afgerond. (bron: BIEN)

In ontwikkelde landen zien we de volgende ontwikkelingen:

Een van de eerste experimenten in de rijke wereld vond plaats in  de USA: het Mothers Pension (1911). Het ging om een heel klein bedrag: 10 tot 30 dollar per maand gedurende 3 jaar (minder dan 20% van de arbeidersinkomen). Maar 100 jaar later (!) bleken de resultaten verbluffend: het inkomen van de jongens (om technische redenen werden alleen mannelijke nakomelingen onderzocht) was 14% hoger dan dat van een controlegroep, ze volgden bijna een half jaar meer onderwijs, er was 50% minder kans op  ondervoeding en de gemiddelde levensduur was een jaar langer dan van de controlegroep. En dat voor een paar dollar.

Andere plaatsen waar pilots zijn gedaan: in de USA startte Lyndon Johnson een programma met pilots (1964) in o.a. New York, New Yersey, Pennsylvania, Iowa, North Carolina, Indiana, Seattle. Er werden drie vragen gesteld in de evaluatie: gaan mensen er minder door werken (antwoord nee), is het onbetaalbaar (antwoord nee) en is het politiek haalbaar (antwoord nee). In 1969 werd er druk uitgeoefend op president Nixon om een algemeen basisinkomen te organiseren. Nixon deed inderdaad een voorstel aan het Huis van Afgevaardigden, dat instemde. De Senaat echter stemde tegen. Dat herhaalde zich twee maal, waarna de pogingen strandden. Daarna, onder Reagan maakte het plan geen enkele kans meer.

In het Cherokee reservaat in Dauphin (USA) is een bijzondere toepassing van het basisinkomen gerealiseerd, al vanaf 1007 tot nu toe. De Cherokee hebben een casino opgezet[2] en van meet af aan besloten ze dat de helft van de winst uitgekeerd zou worden aan de leden van de stam (zo’n 1500 mensen). Alle volwassenen kregen hun aandeel uitgekeerd, voor de kinderen werd het deel beheerd door de stam, totdat ze 18 jaar werden. Er is berekend, dat het opheffen van armoede (minder criminaliteit, minder zorgverbruik en minder zittenblijven op school) meer geld opleverde dan er in totaal door het casino was uitgekeerd.

In een ander Dauphin, een klein stadje in Canada, werd met een subsidie van 83 miljoen dollar een basisinkomen gestart onder de naam MinCome (1973). Dit project werd gevolgd door een groot leger van onderzoekers. Het duurde 4 jaar, toen kwamen er verkiezingen en er kwam een nieuwe, conservatieve regering aan de macht. Die stopte het experiment acuut en was zelfs niet geïnteresseerd in de verzamelde gegevens,. Die werden in dozen opgeslagen op een stoffige zolder. In 2004 werden de archieven herontdekt en werden de resultaten eindelijk onderzocht door een team olv Evelyn Forget[3].

Wat bleek? Jongeren trouwden later en het geboortecijfer daalde. Hun schoolprestaties verbeterden aanzienlijk: het Mincome-cohortstudeerde beter en sneller. Het totaal aan- tal arbeidsuren daalde uiteindelijk met slechts 13 procent. Mannelijke kostwinners gingen nauwelijks minder werken, vrouwen gebruikten het basisinkomen voor een paar maanden zwangerschapsverlof en jongeren voor een langere studietijd.

Forgets opzienbarendste ontdekking is dat het ziekenhuisbezoek met maar liefst 8,5 procent afnam. Een immense bezuiniging, daar juist de gezondheidszorg in rijke landen een van de grootste kostenposten is. Na een paar jaar was er ook minder sprake van huiselijk geweld en waren er veel minder psychische problemen. Mincome maakte de hele stad gezonder. Forget zag de effecten van het basisinkomen doorwerken tot in de volgende generatie, zowel qua inkomen als gezondheid.

Ook in Alaska is er langdurig een basisinkomen uitgekeerd van $1,000 to $2,000 per jaar. Dat begon in 1982 en loopt nog steeds. Voor de resultaten zie https://www.wired.com/story/free-money-the-surprising-effects-of-a-basi…

In een Fins experiment was de formele arbeidsparticipatie was voor de groep met basisinkomen enkele dagen langer dan voor de controlegroep (gemeten over een jaar). In het tweede jaar waren de condities dermate verschillend, dat de cijfers niet te interpreteren waren. Wel rapporteerde de groep andere werkzaamheden (zoals vrijwilligerswerk), dat ze zelf ook onder arbeidsparticipatie schaarden significant toenamen. In het algemeen rapporteerden de deelnemers een verhoogd welzijn, in termen van gezondheid, minder stress, verminderde depressie en beter cognitief functioneren. In een survey onder de bevolking bleek meer dan 40% positief over een algemene invoering van een basisinkomen in Finland. (https://julkaisut.valtioneuvosto.fi/bitstream/handle/10024/162219/STM_2020_15_rap.pdf?sequence=1&isAllowed=y)

 

[1] BIG staat voor Basic Income Grant

[2] Amerikaanse wetgeving maakt het voor indianen in reservaten veel gemakkelijker om casino’s op te zetten dan elders in de VS.

[3] https://www.basicincomecanada.org/tags/evelyn_forget

 

 

Vragen en reacties naar sblom@wxs.nl

 

Foto door Karolina Grabowska via Pexels